Sinds ik terug ben van de stilte retraite waarmee ik 2019 ben gestart, is het stil in mij. Iets is op zijn plek geschoven: Ik ben thuis. Alles is goed. Ik heb lief en ik word geliefd. Wat een geluk, wat een rust.
Op de heenweg zag het er heel anders uit. Na de kerstdagen en Oud & Nieuw waarin je wordt doodgegooid met reclame en films over romantiek en liefde, was ik in een melancholische bui geraakt. Ik voelde me alleen, miste een liefdespartner en oude vragen rakelden weer op als ‘waar is het misgegaan?’ en ‘zouden we het niet nog eens kunnen proberen?’ Vragen die me ergerden want dat station was immers toch al lang gepasseerd?! Hoezo was ik nu weer (!) in deze oude groef terechtgekomen?
Het grijze weer en de eindeloos lange weg via Drenthe en Groningen naar Noord-Duitsland hielpen daarbij niet echt om me beter te voelen. Eenmaal ingecheckt op mijn kamertje in het retraitecentrum kwam het gevoel in alle hevigheid naar boven. ik voelde me eenzaam en verdrietig, ook al wist ik tegelijkertijd dat mijn gedachten en gevoelens met me aan de haal gingen door het produceren van romantische fantasieën over wat had kunnen zijn. Wat een ingenieus maar ook geniepig raderwerk is dat toch, ons hoofd!
Wat wijs ik op dit moment in mezelf af?
Ik besloot een paar hoofdstukken te lezen uit een boek dat al een tijd in mijn tas zat, ‘Verslaafd aan Liefde’ van Jan Geurtz. Ik geloof inmiddels al lang niet meer dat toeval bestaat, want uitgerekend dit boek op dit moment…
Jan Geurtz legt uit hoe alles wat je buiten jezelf zoekt in feite niets anders is dan wat je op dat moment in jezelf afwijst. De stilte retraite startte voor mij dan ook met de vraag: “Wat wijs ik op dit moment in mezelf af?”
In de uren van reflectie en meditatie die volgden, ontrafelde zich als vanzelf het antwoord. Liefde, en om precies te zijn liefde voor mezelf, eigenliefde. Dat was wat ik afwees. Het liefste wat ik immers wilde in mijn romantische fantasieën was dat mijn liefdespartner mij vertelde hoeveel hij van mij hield. Als dat zou gebeuren, dan zou ik weer gelukkig zijn. Als hij maar van me zou houden…. dan zou ik me geliefd voelen en in een klap van mijn gevoelens van eenzaamheid verlost zijn. OMG uitgerekend ik, expert op het gebied van zelfcompassie en zelfliefde, die toch al zo vaak het pad bewandeld had van liefde en compassie voor mezelf. ik was het – verdorie – wéér kwijtgeraakt! Hoe kon dat nou gebeuren?
Dit is wat boeddhistische teksten bedoelen met ‘verlies van herinnering’
En toch, vanaf het moment dat ik me realiseerde dat het zelfliefde was wat ik afwees, en de confronterende verassing tot me had laten doordringen dat mijn geniale brein me op sluwe wijze om de tuin had geleid gebeurde er ook iets anders. Oordelen en zelfverwijt smolt weg als sneeuw voor de zon en maakte plaats voor compassie. Ik besefte dat dit is waar oude Boeddhistische teksten over schrijven als zij spreken over ‘het verlies van herinnering’. We zijn vergeten wie we in essentie zijn, namelijk Liefde. Keer op keer vergeten we dat alles wat we nodig hebben al in ons aanwezig is, er mist niets, we zijn al-een. Het gevolg van het verlies van herinnering is echter dat we ons alleen en incompleet voelen en op zoek gaan naar geluk en liefde buiten onszelf. Een ander moet ons de liefde geven waar het ons aan ontbreekt. Een ander moet de leegte vullen die we in onszelf ervaren omdat we afgesloten zijn geraakt van onze eigen bron van onuitputtelijke liefde.
Toen dit kwartje viel, vulde mijn hart zich met warme gevoelens tot het letterlijk overstroomde en mijn buik zich vulde met een warm, tintelend gevoel van opwinding. ik had vlinders in mijn buik, en hoe!
Ik had vlinders in mijn buik, en hoe!
Het gevoel is niet meer weggegaan, al zijn de onstuimige tintelingen (de vlinders) veranderd in een rustige, aangenaam gevoel van geborgenheid. Ik ben thuis. Alles is goed. Ik heb lief en ik word geliefd. Wat een geluk. Wat een rust.
Betekent het dat ik nu nooit meer een relatie wil? Tuurlijk niet, ik wil graag de liefde delen, maar het is voor mij niet langer een vereiste om een gelukkig en tevreden mens te zijn. Het is overigens best mogelijk dat ik dit gevoel op een gegeven moment toch weer kwijtraak. Nu weet ik dat hoort bij het leven. Dat ons brein nou eenmaal gevoelig is voor bedreigende gevoelens als melancholie en eenzaamheid. En dat dat een signaal is voor mij om de aandacht niet naar buiten of in fantasie-verhalen te laten verdwijnen, maar tijd te nemen om de aandacht juist dieper naar binnen te richten. Zodat ik me weer kan her-inneren. Dit gedicht van Osho sluit hier mooi op aan:
Liefde kan zich manifesteren als een relatie
maar begint in diepe afzondering.
Als je gelukkig bent in je alleen-zijn,
als je de ander geheel niet nodig hebt,
als de ander geen vereiste is,
dan ben je in staat tot liefhebben.
Als de ander een vereiste is, kun je slechts
exploiteren, manipuleren, domineren,
maar je kunt niet liefhebben.
Osho